Site pictogram vaarwel.nl

De overledene was orgaandonor. Hoe werkt dat exact?

De overleden is donor, wat nu?

De overledene was orgaandonor. De arts zal de wens van de overledene volgen. Die wens kan ook zijn dat nu iemand anders een besluit moet nemen. In het geval de nabestaanden het niet eens zijn met de keuze voor orgaandonatie kunnen zij in bepaalde gevallen met de arts in discussie.

De orgaandonor na overlijden

Als de overledene zich als orgaandonor heeft geregistreerd, dan moet de arts de naasten informeren. De arts houdt zich aan de keuze van de overledene om donor te zijn of iemand anders te laten beslissen. Een uitzondering is het geval dat de nabestaanden aannemelijk kunnen maken dat die keuze niet de wens van de overledene was. De arts beslist of een orgaandonatie wel of niet doorgaat.

Wel of geen orgaandonor

Iedereen ouder dan 12 jaar kan een keuze over donatie laten registreren in het Donorregister van de overheid. Dat kan met een donorformulier waarin verschillende keuzes staan. Bijvoorbeeld wel of geen toestemming, toestemming voor alleen bepaalde organen of ‘geen bezwaar’ tegen donatie. Maar ook het aanwijzen van iemand aan wie de keuze wordt overgelaten. Dat kan de echtgenoot, partner of levensgezel zijn. Of een ander familielid of persoon die geen nabestaande is.

Minderjarige als donor

Vanaf 12 jaar mag je een keuze doorgeven voor het donorregister. Iedereen jonger dan 12 jaar kan dat niet. Een minderjarige (iemand onder de 18 jaar) kan dus ook een keuze doorgeven.

Voor kinderen tussen de 12 en 16 jaar geleden aparte regels. Als zij ‘ja’ invullen, kan de ouder of de voogd er toch voor kiezen om de donatie niet door te laten gaan. Kiezen zij ‘nee’, dan kan de ouder of voogd hier niet anders over beslissen. Zij kunnen dus niet aangeven dat het kind wel moet donoren.

Vanaf 16 jaar mag je zelf een keuze doorgeven. De ouders of voogd hebben hier dan geen invloed op.

Raadplegen donorregister

Als de overledene keuzes over donatie heeft vastgelegd, dan staat dat in het donorregister. Keuzes over orgaandonatie zijn hoogstpersoonlijk en daarom ook niet in te zien voor anderen. Nabestaanden kunnen de donorregistratie van de overledene niet inzien. Voor het bekijken van het donorregister gelden strenge regels. De regels over orgaandonatie en het donorregister staan in de donorwet Wet op de orgaandonatie.

De donorwet bepaalt wie wanneer het donorregister mag raadplegen. In de regel mag en moet de betrokken arts in het ziekenhuis het donorregister bekijken als de patiënt:

Oftewel, de arts mag het donorregister pas enkele uren voor het overlijden raadplegen. Hierbij moet de arts zich aan de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) houden.

En als de overledene niet in het ziekenhuis, maar thuis of ergens anders is overleden zonder het bijzijn van een arts? Dan bekijkt een arts uiteraard alsnog welke keuze in het donorregister staat.

Wat er vervolgens gebeurt is afhankelijk van de keuze van de overledene. Dat leggen wie hierna per situatie uit.

Overledene heeft toestemming gegeven

Als de arts de donorkeuze na het onderzoeken van het donorregister weet, dan neemt de arts contact op met de naasten van de overledene voor een persoonlijk gesprek. Naasten zijn niet alleen of altijd nabestaanden, maar iedereen die een grote rol in het leven van de overledene speelde. Dat zijn vaak echtgenoten of partners en kinderen van de overledene. De arts bepaalt of iemand een naaste is en dus wordt geïnformeerd in een gesprek. De arts moet zich inspannen om contact te krijgen met de naasten.

Als de arts de familie informeert dat de overledene toestemming voor orgaandonatie heeft gegeven, start het donatieproces. De arts stelt eerst het overlijden vast en onderzoekt of de organen geschikt zijn voor donatie. Daarna begint de operatie waarmee organen uit het lichaam worden gehaald. De familieleden krijgen de gelegenheid om voor en na de operatie aanwezig te zijn. En om afscheid van de overledene te nemen voordat de operatie begint.

Na de operatie komt het lichaam van de overledene terug bij de nabestaanden. Vervolgens kunnen de nabestaanden zorgen voor de begrafenis of crematie van de overledene.

Ongeveer zes weken na de operatie krijgen de nabestaanden te horen of de operatie geslaagd is. De nabestaanden krijgen dan ook bepaalde informatie over de ontvanger of ontvangers van de orgaandonatie, zoals het geslacht en de leeftijdscategorie.

Overledene had geen bezwaar tegen donatie

Als de overledene niets in het donorformulier heeft ingevuld, dan wordt dat automatisch als ‘geen bezwaar’ tegen donatie opgenomen in het donorregister. En als organen na onderzoek geschikt zijn bevonden voor donatie, kan een operatie plaatsvinden. Maar ook in dat geval informeert de arts de naasten over de keuze van de overledene.

Overledene heeft geen toestemming gegeven

Als de overledene ‘geen toestemming‘ heeft ingevuld, dan vindt er geen donatie plaats. Er vindt dan ook geen nader onderzoek naar de geschiktheid van de organen plaats.

Het lichaam van de overledene wordt dan ter beschikking gesteld aan de nabestaanden voor de begrafenis of crematie.
Er kan geen bezwaar worden gemaakt tegen deze keuze van de overledene om geen donor te zijn.

Nabestaanden of iemand is aangewezen om keuze te maken

In de donorregistratie kan ook staan dat iemand anders beslist over donatie. Dat kan een nabestaande zijn, maar dat is niet verplicht.
Als de nabestaanden mogen kiezen, dan vraagt de arts aan hen toestemming voor donatie. Als nabestaanden er niet samen uit kunnen komen, gaat de donatie niet door.

En als iemand anders dan de nabestaanden mag kiezen? Dan vraagt de arts uiteraard alleen die persoon om toestemming voor orgaandonatie. Maar ook dan moet de arts de naasten van de overledene over de keuze van de overledene informeren. Als de arts de toestemming heeft verkregen en vastgelegd, dan volgt de donoroperatie.

Toestemming intrekken?

Ligt de toestemming van de nabestaanden of een ander aangewezen persoon echt vast? Zeker niet. Degene die over de donatie mag beslissen, heeft ook de mogelijkheid de toestemming in te trekken totdat de overledene in de operatiekamer of het mortuarium is en de donoroperatie is gestart.

Bezwaar maken tegen donatie

Nabestaanden kunnen bezwaar maken tegen donatie als:

Maar de arts houdt zich vrijwel altijd aan de keuze van de overledene. Het idee van de donorregistratie is namelijk dat de overledene juist zelf mocht beslissen over orgaandonatie. Nabestaanden moeten die keuze in principe accepteren.

Een reden voor bezwaar is dat nabestaanden overtuigd zijn dat de registratie niet overeenkomt met de wens van de overledene. Bijvoorbeeld als de overledene onlangs had aangegeven toch geen donor te willen zijn. Dan kunnen nabestaanden hun bezwaren met de arts bespreken. Vervolgens zal de arts beoordelen of de nabestaanden aannemelijk hebben gemaakt dat de registratie niet overeenkomt met de wens van de overledene. Als de nabestaanden dat aannemelijk kunnen maken, dan mag de orgaandonatie niet plaatsvinden.

Voor dit bezwaar geldt geen specifieke procedure of een procedure bij de rechter. Dat heeft ook te maken met de beperkte tijd waarin een donoroperatie mogelijk is. De arts beslist of het bezwaar tegen de donatie terecht is of niet.

Bezwaar tegen donatie zelf

Nabestaanden of naasten kunnen ook bezwaren hebben tegen de donatie zelf, los van de keuze van de overledene voor donatie. Het gaat dan om ernstige persoonlijke bezwaren tegen orgaandonatie zelf. Bijvoorbeeld wanneer de nabestaanden ernstig emotionele schade of psychische schade zullen oplopen als de donatie doorgaat. In zo’n uitzonderlijke gevallen kan de arts toch beslissen dat de operatie niet doorgaat.

Maar het is ook mogelijk dat de arts deze bezwaren minder zwaar laat meewegen. Bijvoorbeeld als aannemelijk is dat de overledene de uitdrukkelijke wens had dat geen rekening wordt gehouden met bezwaren van nabestaanden tegen donatie. Als de overledene de keuze heeft overgelaten aan iemand die geen nabestaande is, kan dat een aanwijzing zijn dat de overledene niet wilde dat rekening wordt gehouden met bezwaren van nabestaanden.

Geen donorregistratie, maar wel keuze over donatie

Het komt voor dat de overledene niets heeft ingevuld in het donorregister, maar wel op papier een donorkeuze heeft gemaakt. Ook dan moet de arts de wens van de overledene volgen en geldt hetzelfde als hiervoor is uitgelegd.

Op deze papieren wilsverklaring moet wel minstens de naam en handtekening van de overledene en de datum staan. Dan is de verklaring geldig en bindend voor de arts. De arts moet deze verklaring, net als de registratie in het donorregister, met de naasten van de overledene bespreken.

De arts moet dan ook het donorregister controleren voor mogelijke tegenstrijdigheden. Als de eigen verklaring van de overledene niet overeenkomt met het donorregister, dan geldt in principe de meest recente verklaring of registratie van de overledene.

Donorcodicil

Een donorcodicil is een document in de vorm van een kaartje of pasje. Dat kaartje of pasje dient als bewijs voor welke keuze er is gemaakt omtrent orgaandonatie. Vroeger was het donorcodicil een handgeschreven, gedateerd en ondertekend document met dezelfde rechtsgeldigheid als een testament. Dat is iets anders dan een codicil waarin je bepaalde goederen kunt nalaten.

Kosten van donatie

De kosten van een donoroperatie zijn niet voor de nabestaanden. Deze kosten zijn voor de verzekering van de persoon die het orgaan krijgt.

Mobiele versie afsluiten