Kindsdeel uitbetalen - vaarwel.nl
Kindsdeel uitbetalen

Wat is het kindsdeel?

Het kindsdeel is het erfdeel waar het kind, op grond van de wet of het testament, recht op heeft. Met een testament kan het kindsdeel worden beperkt tot de legitieme portie. Op het moment dat één van de ouders komt te overlijden, kan je het kindsdeel berekenen. Dit kindsdeel wordt nog niet uitbetaald aan het kind. Het kind krijgt een vordering op de langstlevende ouder. Het kindsdeel is opeisbaar nadat de langstlevende ouder is overleden.

In het testament kunnen voorwaarden zijn opgenomen onder welke omstandigheden het kindsdeel eerder uitbetaald kan of moet worden. Bijvoorbeeld bij opname in een zorginstelling of bij hertrouwen van de langstlevende ouder. Lees ook: Hoe kom ik erachter of de overledene een testament had?

kindsdeel

De langstlevende ouder kan besluiten om het kindsdeel eerder uit te betalen. Deze ouder moet dan zelf wel voldoende overhouden om van te kunnen leven.

Hoe kan ik het uitbetalen?

Bij het eerste overlijden moet zijn vastgelegd hoe groot het kindsdeel is. Daarnaast moet de langstlevende ouder het geld beschikbaar hebben. Als het geld in onroerend goed zit, zoals een woning, is het niet mogelijk om het kindsdeel uit te betalen. De aangifte erfbelasting kan gebruikt worden om het kindsdeel te berekenen.

In het testament kan een bepaling zijn opgenomen over het eerder uitbetalen van het kindsdeel. Neem dus eerst het testament door.

De omvang van het kindsdeel

Wat is de omvang van het kindsdeel? Dat hangt van een aantal dingen af. Zoals:

  • Is er bij het overlijden van de eerste ouder vastgelegd hoe hoog het kindsdeel was? Of is er aangifte gedaan voor de erfbelasting? Dan is duidelijk wat de omvang is van de erfdelen en welk bedrag de langstlevende kan uitbetalen.
  • Is er een rente afgesproken over het kindsdeel na het overlijden van de ouder?
  • Had de overledene een testament? In het testament kan staan dat er een rente is verschuldigd over het kindsdeel. Als er een testament is moet hier ook instaan of het mogelijk is om het kindsdeel uit te betalen tijdens het leven.

Deze punten moeten eerst onderzocht worden. Als bijvoorbeeld uit het testament blijkt dat het kindsdeel niet uitbetaald kan worden, dan houdt het op.

Rente over kindsdeel berekenen

Het kindsdeel mag worden verhoogd met een rente. Als er sprake is van de wettelijke verdeling, dan geldt dat er jaarlijks op het kindsdeel een rente van 6% mag worden bijgeschreven. Er is sprake van de wettelijke verdeling als er geen testament is opgesteld of als er wel een testament is opgesteld waar de wettelijke verdeling van toepassing is verklaard.

Bij testament kan hiervan worden afgeweken. Er kan bijvoorbeeld een lagere rente zijn opgenomen. De langstlevende kan ook met de kinderen een rente afspreken.

Het kindsdeel berekenen

Als je weet hoe hoog het kindsdeel is en of er sprake is van rente kan je uitrekenen wat de huidige stand is van het kindsdeel. Dat is het historische bedrag op het moment van overlijden van de eerste ouder. Hierbij tel je de rente per jaar op. Na ieder jaar bereken je de rente over de hoofdsom plus de bijgeschreven rente. Je noemt dat rente op rente.

Schenkbelasting

Het eerder uitbetalen van het kindsdeel is niet verplicht. De langstlevende ouder doet afstand van het deel van de erfenis. De ouder kan dan niet meer beschikken over het geld. Omdat het niet verplicht is kan het kindsdeel zijn belast met schenkbelasting. Naast de erfbelasting betaal je dan ook schenkbelasting over het kindsdeel.

Het eerder uitbetalen van het kindsdeel is niet belast met schenkbelasting als het kindsdeel opeisbaar is geworden. Bijvoorbeeld als het kindsdeel volgens de wet of testament opeisbaar is geworden. Een voorbeeld is dat in een testament een WLZ-clausule is opgenomen. Het erfdeel is opeisbaar als de langstlevende in een zorginstelling wordt opgenomen. Nu is er geen schenkbelasting verschuldigd.

Erfbelasting

De langstlevende betaalt de erfbelasting over het kindsdeel. Dit doet de langstlevende op het moment dat de eerste ouder is overleden. Of en hoeveel erfbelasting betaald moet worden is afhankelijk van de omvang van het kindsdeel. Kinderen hebben een vrijstelling. Als het kindsdeel boven de vrijstelling komt moet daarover erfbelasting worden afgedragen. Omdat het kind alleen een vordering heeft op de langstlevende is het de langstlevende die de erfbelasting moet afdragen. Dit bedrag wordt dan verrekend met het kindsdeel. Hetgeen wat betaald is aan erfbelasting gaat van het kindsdeel af.

Wanneer is het op te eisen door de kinderen?

De kinderen kunnen in bepaalde gevallen het kindsdeel eerder opeisen. In de wet staan een aantal situaties waarin het kind het kindsdeel eerder kan opeisen:

  • Na het overlijden van de langstlevende ouder;
  • De langstlevende ouder gaat failliet of komt in de wettelijke schuldsanering (WSNP).

De langstlevende ouder hertrouwt. In dat geval kan het kind gebruikmaken van wilsrechten. Wilsrechten zijn rechten die het kind heeft om in bepaalde situaties het eigendom van goederen uit de nalatenschap op te eisen. Het kind kan dan geen geldbedrag opeisen, alleen goederen.

    In het testament kunnen ook bepalingen zijn opgenomen over het opeisen van het kindsdeel. In het testament kan zijn opgenomen dat het kindsdeel eerder uitbetaald kan worden indien:

    • De langstlevende in een zorginstelling wordt opgenomen;
    • De langstlevende het beheer over het vermogen verliest, bijvoorbeeld in geval van curatele;
    • Er een bepaalde tijd is verstreken, bijvoorbeeld 10 jaar na het overlijden van de eerste ouder;
    • De langstlevende een bepaalde leeftijd heeft bereikt.

    Wilsrechten

    Er zijn vier wilsrechten, die staan in artikelen 4:19 t/m 4:22 van het Burgerlijk Wetboek. Twee van die wilsrechten gaan over de erfenis van de eerder overleden ouder. De andere twee gaan over de erfenis van de langstlevende ouder. Als een kind gebruik kan maken van zo’n wilsrecht kan het kindsdeel (gedeeltelijk) worden opgeëist. De wet omschrijft deze vier wilsrechten:

    1. De langstlevende ouder gaat hertrouwen. De kinderen kunnen de ouder dan verzoeken om het kindsdeel uit te keren. Dit is dan niet een uitkering in geld, maar goederen. Deze goederen moeten dezelfde waarde hebben als de hoogte van het kindsdeel. De langstlevende ouder houdt wel het vruchtgebruik over de goederen. Het kind wordt eigenaar van het goed, maar kan het dus nog niet gebruiken.
    2. De langstlevende ouder is hertrouwd en komt te overlijden. De stiefouder moet dan op verzoek van de kinderen meewerken aan de overdracht van de goederen. In dit geval is er geen sprake van vruchtgebruik.
    3. De langstlevende ouder komt te overlijden. De kinderen kunnen de stiefouder vragen goederen over te dragen ter waarde van het kindsdeel (van de langstlevende ouder). De stiefouder houdt hier wel het vruchtgebruik.
    4. De langstlevende ouder is overleden, en ook de stiefouder komt te overlijden. De kinderen kunnen bij de erfgenamen van de stiefouder aanspraak maken op overdracht van de goederen.
    kindsdeel

    Zoals je ziet verschuift de vordering steeds verder. Het kan daarom verstandig zijn als de langstlevende ouder een testament opstelt op het moment dat hij/zij gaat hertrouwen. Dit zorgt voor duidelijkheid over de erfenis en wat van wie is. De kinderen hoeven hun erfdeel dan niet op te vragen bij de stiefouder of de erfgenamen van de stiefouder.

    Conclusie

    De langstlevende kan het kindsdeel (vaak) eerder uitbetalen. Kijk wel eerst of er een testament is en wat daarin staat. Houdt ook rekening met eventuele schenkbelasting. Het kind kan het kindsdeel pas opeisen als een van de wettelijke voorwaarden zich voordoet of als een bepaling in het testament wordt vervult.

    Op zoek naar het perfecte overzicht voor het afhandelen van Erfenis verdelen?

    Doorloop dan onze gratis vragenlijst. Ontdek stap voor stap wat er op je af komt, waar je moet aankloppen en wanneer.